Voorzichtig schuivend in het puin, verbeten
bedelft hij elke hoop en ieder uur.
Hij roept en luistert, luistert, roept bezeten,
bespied door wonden, gapend in een muur.
Een doodse stilte breekt in glasgerinkel.
Een stenenroffel eindigt in gejank.
“Kom lik je poot, jij roodgeverfd scharminkel
en ruik een spoor van leven in die stank!”
Het blaffen van de hond verrast hem later.
De kast die ’t beest besnuffelt is doorzeefd.
Daaronder ligt een handje, een plas water.
Het is een kind. Het kreunt gesmoord. Het leeft.
bedelft hij elke hoop en ieder uur.
Hij roept en luistert, luistert, roept bezeten,
bespied door wonden, gapend in een muur.
Een doodse stilte breekt in glasgerinkel.
Een stenenroffel eindigt in gejank.
“Kom lik je poot, jij roodgeverfd scharminkel
en ruik een spoor van leven in die stank!”
Het blaffen van de hond verrast hem later.
De kast die ’t beest besnuffelt is doorzeefd.
Daaronder ligt een handje, een plas water.
Het is een kind. Het kreunt gesmoord. Het leeft.
Anne Nederkoorn is puzzelmaker, educatief auteur en schrijft gedichten.
Zie ook www.anzicht.nl
Zie ook www.anzicht.nl